Leerdoelen module 1
Algoritmes
- Kunnen uitleggen wat een algoritme is
- Flowcharts op kunnen stellen van algoritmes
- Flowcharts van algoritmes die een berekening doen correct kunnen interpreteren
Applicaties met C#
- Een console applicatie kunnen maken in Visual Studio
- Een windows WPF applicatie kunnen maken in Visual Studio
- Het begrip compileren met betrekking tot C# code correct en volledig kunnen uitleggen
Datatypes
- De datatypes byte, short, int en long kunnen rangschikken op grootte
- De grootte in het geheugen van byte en int onthouden
- Het verschil tussen float en double kunnen uitleggen
- Het verschil tussen integere getallen en floating point (drijvende komma) getallen kunnen uitleggen.
- Weten wat een bool variabele kan bevatten
- Weten wat een string variabele kan bevatten
String
- Strings op kunnen bouwen met tekst en meerdere variabelen
- Numerieke variabelen in strings kunnen formatteren met een aantal cijfers achter de komma
Variabelen
- Variabelen duidelijke en logische namen kunnen geven.
- De begrippen declareren en initialiseren kunnen uitleggen
- Kunnen uitleggen wat het verschil is tussen een gewone variabele en een array.
- Een array met getallen kunnen declareren
- Een tweedimensionale array met getallen kunnen declareren
- Kunnen uitleggen wat een constante is.
Logica
- Kunnen toepassen van de ==, !=, <, >, <=, >=, && en || vergelijkingsoperatoren
- Kunnen toepassen van de +, -, /, * en % rekenoperatoren
- Kunnen toepassen van de — en ++ operators
Keuzes en herhaling
- Een if/else statement kunnen gebruiken om een keuze te maken op basis van de waarde van een variabele.
- De syntax van een if/else statement uit het hoofd correct uit kunnen schrijven
- De syntax van een switch statement uit het hoofd correct uit kunnen schrijven
- Kunnen beschrijven wanneer een switch statement de voorkeur heeft boven een if/else blok
- Een for loop uit het hoofd correct uit kunnen schrijven
- De foreach loop kunnen toepassen voor het tonen van alle waardes in een array.
- Geneste for loops kunnen toepassen voor het werken met tweedimensionale arrays.
Debugging
- Kunnen plaatsen van breakpoints in de code
- In kunnen zien van de waarden van variabelen in gepauzeerde code
- Regel voor regel code kunnen laten uitvoeren met de Step commands van Visual Studio
De standaard aanwezige functionaliteit kunnen toepassen voor:
- Het omzetten van een string naar een numeriek datatype
- Het omzetten van een numeriek datatype naar een string
- Het genereren van willekeurige getallen
Console applicaties
- Informatie (tekst, variabelen) kunnen weergeven in de console
- Gebruikersinvoer in de console kunnen bewaren in variabelen
Windows WPF
- Code kunnen koppelen aan een button in een WPFapplicatie
- Informatie uit textboxes kunnen uitlezen in een WPFapplicatie
- Informatie uit radiobuttons kunnen uitlezen in een WPFapplicatie
- Informatie uit checkboxes kunnen uitlezen in een WPFapplicatie
- Informatie in labels kunnen tonen
Bijlages:Module 1 – Les 0 – Introductie Module 1 – Les 1 – Algoritmes Module 1 – Les 2 – C# Syntax en variabelen – kopie Module 1 – Les 3 – Arrays Module 1 – Les 4 – Methodes Module 1 – Les 5 – Problemen oplossen Module 1 – Les 6 – Operators Module 1 – Les 7 – PDFs
Opdracht: Module 1 – Les 7 – Key terms